Frans Vandenbosch 方腾波 06.08.2023
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het Engels op Dongsheng News. De Nederlandse vertaling is met toestemming overgenomen van Chinasquare.be. 13.07.2023
Met elk meer dan 20 miljoen inwoners behoren Shanghai en Beijing tot de ‘hypersteden’ van het mondiale zuiden, inclusief Delhi, São Paulo, Dhaka, Caïro en Mexico-Stad, en overtreffen ze de ‘megasteden’ van het mondiale noorden zoals Londen, Parijs, of New York (1). Als je door de straten van de Chinese steden loopt, zul je echter al snel één duidelijk verschil opmerken: de afwezigheid van grote sloppenwijken of alomtegenwoordige dakloosheid die zo gewoon is in het grootste deel van de rest van de wereld.
Een paar decennia geleden waren sloppenwijken niet ongewoon in Chinese steden, van de precaire volkswijken van Shanghai in de jaren dertig tot de sloppenwijken van het door de Britten bezette Hongkong in de jaren vijftig. Hoe slaagde China erin zich te ontwikkelen op een manier die de massale huisvesting minder precair maakte? Wat zijn de structurele redenen erachter?
Dit nummer van Dongsheng Explains onderzoekt hoe de Chinese regering omgaat met dakloosheid, hoe dit probleem zich verhoudt tot socialistische opbouw en hoe China het hoofd biedt aan de uitdagingen van de snelle economische ontwikkeling, de verstedelijking en de migratie van de afgelopen decennia.
Waarom creëerde massale verstedelijking geen grote sloppenwijken in China?
Toen de hervormingen en openstelling eind jaren zeventig begonnen, woonde 83 procent van de Chinese bevolking op het platteland. In 2021 was het aandeel van de plattelandsbevolking gedaald tot 36 procent. Tijdens deze periode van massale verstedelijking migreerden meer dan 600 miljoen mensen van het platteland naar de steden.
Vandaag de dag zijn er 296 miljoen interne “migrantenarbeiders” (农民工, nóngmín gōng), meer dan 70 procent van de totale beroepsbevolking van het land (2). Arbeidsmigranten werden de economische motor van China’s snelle groei, waardoor ‘s werelds grootste middenklasse van 400 miljoen mensen ontstond.
Deze historische migratie bracht veel uitdagingen met zich mee, waaronder het ontstaan van ‘stadsdorpen’ (dorpen die opgeslokt werden door de stad) met slechte levensomstandigheden en een ontoereikende infrastructuur. Brandveiligheid en andere voorzieningen leken op die van plattelandsdorpen. Door lagere huren en het gebrek aan betaalbare woningen elders werden stedelijke dorpen grotendeels bewoond door arbeidsmigranten.
Met de versnelling van de verstedelijking in de jaren 2000 begon de Chinese regering grootschalige transformatie van de oude delen van de steden te bevorderen, waarbij de nadruk lag op de renovatie van historisch vervallen buurten en het afbreken van gevaarlijke woningen. Tussen 2008 en 2012 werden in heel het land 12,6 miljoen woningen in stadsdorpen herbouwd (3). Tegelijkertijd werden inspanningen geleverd om sociale woningen en goedkope huurwoningen te bouwen. In Shanghai bijvoorbeeld (minimumloon: 2690 yuan) kunnen gezinnen van drie of meer mensen met een maandelijks inkomen van minder dan 4200 yuan per persoon een goedkope woning aanvragen, waarbij de maandelijkse huur slechts een paar honderd yuan bedraagt (of vijf procent van het maandelijks gezinsinkomen). ). In 2022 kondigde de nationale overheid de bouw aan van 6,5 miljoen goedkope huurwoningen in 40 steden, wat neerkomt op 26 procent van de totale nieuwbouwvoorraad in het 14e Vijfjarenplan (2021-2025) (4).
De explosieve migratie van het platteland naar de stad in de afgelopen decennia is geen fenomeen dat uniek is voor China. Hoewel er verschillende definities van ‘sloppenwijken’ door landen en internationale organisaties worden gebruikt, wijzen ze allemaal op dezelfde tendens: sinds de jaren zeventig groeiden in het globale Zuiden de sloppenwijken sneller dan de verstedelijking. De inspanningen van China om bestaande precaire woningen op te waarderen of nieuwe betaalbare woningen te bouwen, verklaren niet volledig waarom China geen sloppenwijken ontwikkelde zoals zoveel andere landen. Verstedelijking in China moet daarom worden bekeken in de context van socialistische opbouw.
Wat is het ‘hukou’-systeem en wat heeft het met socialisme te maken?
Een uniek kenmerk van China’s verstedelijkingsproces is dat, hoewel het beleid migratie naar steden aanmoedigde om industriële en dienstverlenende banen in te vullen, de bewoners die geregistreerd bleven op het platteland nooit hun rechten op land verloren. In de jaren vijftig leidde de Communistische Partij van China (CPC) een nationaal landhervormingsproces, waarbij particulier grondbezit werd afgeschaft en omgezet in collectief eigendom. Tijdens de economische hervormingsperiode, die begon in 1978, werd een ‘familiaal verantwoordelijksheidssysteem’ (家庭联产承包责任制jiātíng lián chǎn chéngbāo zérèn zhì) gecreëerd, dat het gebruiksrecht op landbouwgrond opnieuw toekende aan individuele huishoudens. Dit had een grote impact op de landbouwproductie maar het collectieve grondbezit bleef bestaan en het eigendomsrecht werd niet geprivatiseerd.
Tegenwoordig heeft China een van de hoogste percentages eigen woningen in bezit ter wereld, meer dan 90 procent. Dat is inclusief de miljoenen arbeidsmigranten die huizen huren in de steden. Bij economische problemen, zoals werkloosheid, kunnen ze terugkeren naar hun geboorteplaats, waar ze een eigen huis bezitten, grond hebben om aan landbouw te doen en ter plaatse ander werk kunnen zoeken. Deze structurele buffer speelt een cruciale rol bij het opvangen van de effecten van economische en sociale crises. Tijdens de wereldwijde financiële crisis van 2008 bijvoorbeeld, werd China’s op export gerichte economie, met name van industriële goederen, zwaar getroffen, waardoor ongeveer 30 miljoen arbeidsmigranten hun baan verloren. Evenzo keerden tijdens de Covid-19-pandemie, toen banen in de dienstverlening en de productie ernstig werden getroffen, veel arbeidsmigranten terug naar huis op het platteland.
Naast landhervorming werd er in de jaren 50 een systeem gecreëerd om de massale migratie van mensen van het platteland naar de steden te beheersen, om ervoor te zorgen dat de verplaatsing van mensen in overeenstemming was met de nationale planningsbehoeften van het dichtbevolkte land. Hoewel China al meer dan 2000 jaar een vorm van migratiebeperking kent, heeft het land eind jaren vijftig een nieuw ‘huishoudregistratiesysteem’ (户口 of hùkǒu) ingevoerd om migratie van platteland naar stad te reguleren. Elke Chinees heeft een stedelijke of landelijke hukou-status die hem of haar toegang geeft tot sociale voordelen (gesubsidieerde huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg, pensioen, werkloosheidsverzekering, enz.) in hun woonplaats, maar die beperkt is in de stad waar ze als arbeidsmigrant gaan wonen. Alhoewel de hervorming van het hukou-systeem aan de gang is, dwingt het niet-hebben van een stedelijke hukou-status nog veel migrantenouders ertoe lange periodes van hun familie weg te zijn hun kinderen achter te laten onder de hoede van de grootouders in hun woonplaats, ook wel ‘achtergebleven kinderen’ genoemd. (留守儿童 liúshǒu értóng). Hoewel hun aantal van jaar tot jaar afneemt, bevinden zich naar schatting nog steeds zeven miljoen kinderen in deze situatie. Tegenwoordig woont 65,22 procent van de Chinese bevolking in steden, maar slechts 45,4 procent heeft een stedelijke hukou. Hoewel het hukou systeem het ontstaan van grote stedelijke sloppenwijken verhinderde, versterkte het ook de ernstige ongelijkheden op het gebied van sociale zekerheid tussen stedelijke en landelijke gebieden, en tussen inwoners binnen een stad op basis van hun hukou-status.
Hoe gaat de Chinese overheid om met dakloosheid?
In de vroege jaren 2000 werden de kwesties van de verblijfsstatus, de rechten van arbeidsmigranten en de behandeling van daklozen in de stad een nationale aangelegenheid. In 2003 vaardigde de Staatsraad – het hoogste uitvoerende orgaan van de staatsmacht (~kernkabinet)– de ‘Maatregelen voor de opvang en de behandeling van zwervers en daklozen in stedelijke gebieden’ uit (5). De nieuwe verordening creëerde stedelijke opvangcentra die voedselrantsoenen en tijdelijke onderkomens verstrekten, schafte het verplichte detentiesysteem van mensen zonder stedelijke hukou-status noch woning af en legde de verantwoordelijkheid bij de lokale autoriteiten voor het vinden van huisvesting voor daklozen in hun woonplaats.
In het kader van deze maatregelen hebben steden als Shanghai opvangcentra voor daklozen opgezet. Wanneer de openbare veiligheidsdiensten – de lokale politie – of de stadsambtenaren daklozen tegenkomen, moeten ze hen helpen om toegang te krijgen tot nabijgelegen hulpposten. Alle kosten worden gedekt door de begroting van de stad. De noodhulppost in het Putuo-district (een district met 1,24 miljoen bewoners en het vierde laagste GDP per hoofd van de 16 districten van Shanghai) bood van juni 2022 tot april 2023 gemiddeld aan 24,3 daklozen per maand onderdak en hulp, aan sommigen daarvan waarschijnlijk herhaaldelijk (6).
Hulpposten voorzien daklozen van voedsel en basisaccommodatie, helpen ernstig zieken toegang te krijgen tot gezondheidszorg, helpen hen terug te keren naar hun officiële woonplaats door contact op te nemen met hun familieleden of de lokale overheid, en regelen gratis vervoer naar huis wanneer dat nodig is.
Bij thuiskomst is de lokale overheid op arrondissementsniveau verantwoordelijk om de daklozen te helpen, onder meer door contact op te nemen met familieleden die kunnen bijstand verlenen en door ter plaatse werk te helpen vinden. Voor een zeer klein aantal mensen die bejaard zijn, een handicap hebben, geen familie hebben of niet in staat zijn om te werken, zal het lokale bestuur van het kanton of de partijafdeling van de wijk de nationaal voorziene steun verlenen in overeenstemming met de ‘Regels voor steunverlening aan extreem armen’, die is vastgelegd in de ‘Voorlopige maatregelen voor Sociale Bijstand’ uit 2014. Deze ondersteuning omvat onder meer het voorzien in basisbehoeften, het verlenen van zorg aan verarmde personen die niet voor zichzelf kunnen zorgen, het behandelen van ziekten, het regelen van de begrafenis, enz.
Deze reeks van beleidsmaatregelen zorgt ervoor dat de bestuurders van de stad daklozen niet zomaar de stad kunnen uitzetten, maar er moeten voor zorgen dat ze worden geholpen op het gebied van huisvesting, werk en ondersteuning.
Wat zijn de huidige uitdagingen van verstedelijking, migratie en ongelijkheid?
Hoewel het creëren van opvangcentra een belangrijke vooruitgang is, is het duidelijk dat opvanghuizen geen structurele oplossing zijn voor migratieproblemen en alleen niet kunnen voorzien in de behoeften van een metropool als Shanghai met 25 miljoen inwoners, laat staan in die van de 921 miljoen stadsbewoners van China. De regering heeft veel structurele hervormingen doorgevoerd om de ongelijkheid aan te pakken en zowel de steden als het platteland leefbaarder te maken.
In zijn rapport op het 20e Nationale Congres van de CPC zei president Xi Jinping: ‘We hebben vastgesteld dat de belangrijkste tegenstelling waarmee de Chinese samenleving wordt geconfronteerd, die is tussen een onevenwichtige en ontoereikende ontwikkeling en de steeds groter wordende behoefte van de mensen aan een beter leven, en we hebben duidelijk gemaakt dat het dichten van deze kloof de focus moet zijn van al onze initiatieven.’ (7). De onevenwichtige en ontoereikende ontwikkeling slaat op de kloof tussen platteland en steden, tussen minder ontwikkelde en geïndustrialiseerde regio’s, en tussen arm en rijk.
Op bredere schaal hebben de armoedebestrijdingscampagnes – met als hoogtepunt de uitbanning van extreme armoede in 2020 – en de strategie voor de revitalisering van het platteland de druk van arbeidsmigranten om naar de steden te verhuizen, helpen verlichten. De regering heeft aanzienlijke fondsen en middelen geïnvesteerd, en diverse middelen die verder gaan dan inkomenstransfers gebruikt om armoede te verlichten, zoals de ontwikkeling van plattelandsindustrie, onderwijs, gezondheidszorg en infrastructuur (8) Deze maatregelen hebben het leef- en werkklimaat op het platteland fundamenteel verbeterd en meer kansen gecreëerd zodat mensen meer mogelijkheden hebben om op het platteland te blijven en er te werken. Elk jaar stijgt bijvoorbeeld het aantal migranten uit steden die terugkeren naar hun geboorteplaats: van 2,4 miljoen (2015) tot 8,5 miljoen (2019).
Het voorbije decennium heeft China hervormingen doorgevoerd om tot een evenwicht te komen tussen de versoepeling van de verblijfsvereisten voor een stedelijke hukou en de verbetering van het sociale welzijn van arbeidsmigranten, en er tegelijkertijd voor te zorgen dat de verstedelijking en de verdeling van de bevolking beantwoorden aan de noden van het land. Sinds 2010 hebben grote steden geleidelijk de beperkingen op de registratie van gezinnen versoepeld op het vlak van toegang tot scholen, waardoor kinderen van arbeidsmigranten naar openbare scholen kunnen gaan, net als kinderen met een lokale hukou. Bovendien moeten steden met minder dan drie miljoen inwoners volgens het urbanisatieplan van 2019 alle hukou-beperkingen opheffen, terwijl grotere steden (minder dan vijf miljoen) kunnen beginnen met het versoepelen van de beperkingen.
Het 14e vijfjarenplan (2021-2025) en de economische strategie van het land tot 2035 richten zich op het herverdelen van inkomen door middel van belastinghervorming, het verkleinen van de kloof tussen arm en rijk en het wegnemen van de belemmeringen die miljoenen arbeidsmigranten ervan weerhouden om ten volle van de voordelen te genieten van het stadsleven. In 2021 investeerde de regering 5,3 miljard dollar om de verblijfsregels te versoepelen, ook met de bedoeling de koopkracht van arbeidsmigranten te vergroten als onderdeel van het “dubbele circulatie”-beleid van het land (9).
Deze inspanningen om de hoge kosten aan te pakken van huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg, de ‘drie bergen’ waar alle Chinezen, inclusief migranten mee te maken hebben, staan centraal in de visie en de beleidshervormingen van de regering op weg naar ‘gemeenschappelijke welvaart’ voor alle burgers en de opbouw van een moderne socialistische samenleving.
Noten:
1. Een grootstedelijk gebied met een bevolking tussen de 20 miljoen en 40 miljoen wordt een ‘hyperstad’ genoemd, en een tussen de 10 miljoen en 20 miljoen is een ‘megastad’.
2. Arbeidsmigranten zijn werknemers van wie het gezin nog steeds op het platteland geregistreerd is en die werken in niet-agrarische sectoren of die hun woonplaats verlaten om gedurende ten minste zes maanden per jaar in een ander deel van het land te gaan werken.
3. Algemeen Bureau van de Staatsraad, ‘Opinies van de Staatsraad over het versnellen van de wederopbouw van sloppenwijken’, 12 juli 2013.
4. China State Council Information Office, ’40 steden voegen 6,5 miljoen door de overheid gesubsidieerde huurwoningen toe’, 11 januari 2022.
5. Uitvoerende Vergadering van de Staatsraad’, ‘Maatregelen voor de opvang en het behandelen van zwervers en daklozen in stedelijke gebieden’, 18 juni 2003.
6. Shanghai Putuo District People’s Government, ‘Opvang van zwervers en daklozen’, juni 2022 tot april 2023.
7. Volledige tekst van het rapport:
8. Zie de studie, “Serve the People: The Eradication of Extreme Poverty in China”
9. Andrew Korybko, ‘China’s 14e vijfjarenplan geeft prioriteit aan dubbele circulatie, innovatie‘, 30 oktober 2020.
Bron: Dongsheng News: https://peoplesdispatch.org/2023/07/10/why-are-there-no-slums-in-china/
In China lossen ze hun problemen op. Hier creëren ze problemen.